Skip to content

SMART-doelen voor pétanque

Het SMART-raamwerk zet vage wensen om in concrete doelen. Laten we elk element eens nader bekijken, met specifieke voorbeelden voor pétanque.

Het Grote Idee

Vage doelen leiden tot vage resultaten. SMART-doelen creëren duidelijkheid, actie en meetbare vooruitgang. Transformeer "Ik wil beter worden" in specifieke doelen die je daadwerkelijk kunt bereiken.

S - Specifiek

Een specifiek doel geeft antwoord op deze vragen:

  • Wat wil ik precies bereiken?
  • Waar zal dit gebeuren?
  • Welke aspecten spelen hierbij een rol?

Doelen concreet maken

OnduidelijkSpecifiek
"Mijn aanwijsvaardigheid verbeteren""Mijn richtnauwkeurigheid op grindoppervlakken op afstanden van 7-9 meter verbeteren"
"Word mentaal sterker""Ontwikkel een consistente routine vóór elke worp die ik gebruik."
"Win meer wedstrijden""Win minstens 60% van mijn competitieve wedstrijden dit seizoen"

Specificiteitschecklist

  • [ ] Kan iemand anders precies begrijpen wat ik probeer te doen?
  • [ ] Heb ik de voorwaarden (afstand, ondergrond, situatie) gedefinieerd?
  • [ ] Is er maar één interpretatie van dit doel?

M - Meetbaar

Als je het niet kunt meten, kun je het niet beheren. Meetbare doelen stellen je in staat de voortgang te volgen en te weten wanneer je succes hebt geboekt.

Manieren om pétanque-doelen te meten

Kwantitatieve meetmethoden:

  • Behaalde punten tijdens oefeningen (bijv. 24/30)
  • Nauwkeurigheid in percentages (bijv. 75% trefkans)
  • Afstand tot het doel (bijv. gemiddeld 30 cm van de krik)
  • Consistentie (bijv. 3 succesvolle sessies achter elkaar)

Het gebruik van trainingsoefeningen als meetinstrument:

OefeningWat het meetDoelvoorbeeld
SchietladderSchietnauwkeurigheid onder drukBereik een hoogte van 10 meter binnen 30 boules.
RichtingsnauwkeurigheidRichtingsnauwkeurigheid naar de zone24/30 punten
AfstandsvariatieDiepteregeling80% binnen 50 cm

Uw metingen bijhouden

Houd een eenvoudig logboek bij:

  • Datum
  • Oefening/drill
  • Score/resultaat
  • Omstandigheden (oppervlakte, weer)
  • Notities

A - Haalbaar (maar uitdagend)

Doelen moeten je uitdagen, maar niet onmogelijk zijn.

Het juiste niveau vinden

Te makkelijk: "Oefen één keer deze maand"

  • Geen groei, geen motivatie

Te moeilijk: "Mis nooit een schot"

  • Onmogelijk, leidt tot frustratie

Precies goed: "Verbeter je schietnauwkeurigheid met 15% in 8 weken"

  • Uitdagend maar realistisch, met de nodige inspanning.

Vragen om de haalbaarheid te toetsen

  • Hebben anderen op mijn niveau dit ook bereikt?
  • Beschik ik over de benodigde tijd en middelen?
  • Ligt dit (grotendeels) binnen mijn macht?
  • Ben ik bereid te doen wat nodig is?

Ambitieuze doelen

Het is prima om ambitieuze langetermijndoelen te hebben. Zorg er alleen voor dat je kortetermijndoelen haalbare stappen zijn om die doelen te bereiken.

R - Relevant

Je doelen moeten aansluiten bij je grotere visie.

Relevantievragen

  • Draagt dit doel bij aan mijn algehele ontwikkeling?
  • Is dit op dit moment de juiste prioriteit?
  • Past dit binnen de tijd en middelen die ik tot mijn beschikking heb?
  • Word ik werkelijk gemotiveerd door dit doel?

Voorbeeld: Relevantie controleren

Situatie: Je wilt op nationaal niveau meedoen aan wedstrijden.

Relevante doelen:

  • Verbeter de schietnauwkeurigheid (dit heeft direct invloed op de resultaten)
  • Ontwikkel mentale routines (helpt in stressvolle situaties)
  • Verhoog de trainingsfrequentie (dit zorgt voor snellere vaardigheidsontwikkeling).

Minder relevante doelen:

  • Leer trucshots (leuk, maar geen prioriteit voor wedstrijden).
  • Koop dure nieuwe jeu de boules (materiaal is niet je beperkende factor).

T - Tijdsgebonden

Deadlines creëren urgentie en maken planning mogelijk.

Tijdslimieten vaststellen

DoeltypeTypisch tijdsbestek
Lange termijn1-3 jaar
Jaarlijks12 maanden
Kwartaal3 maanden
Maandelijks4 weken
Wekelijks7 dagen
SessieIndividuele praktijk

Voorbeeld tijdlijn

Langetermijndoel (2 jaar): Kwalificatie voor selectie voor het nationale team

Jaarlijks: Eindig in de top 10 van de regionale ranglijst

Kwartaal (Q1):

  • Stel een consistente trainingsroutine vast.
  • Verbeter je schietnauwkeurigheid tot 70%.

Maandelijks (januari):

  • Week 1: Huidige niveau beoordelen, uitgangspunten vaststellen
  • Week 2-3: Focus op de schiettechniek
  • Week 4: Test en meet de voortgang

Wekelijks:

  • Maandag: Technische schietsessie
  • Woensdag: Aanwijzen en spelsituaties
  • Vrijdag: Mentale training en visualisatie
  • Weekend: Wedstrijd of oefensessie

Alles samenvoegen

Werkblad voor het stellen van doelen

Mijn doel (eerste versie):


Specifiek - Wat precies?


Meetbaar - Hoe weet ik dat?


Haalbaar - Is het realistisch?


Relevant - Waarom is dit belangrijk?


Tijdsgebonden - Voor wanneer?


Mijn SMART-doel (definitieve versie):


Voorbeeld voltooid

Eerste versie: "Verbeter je schietvaardigheid"

SMART-versie: "Uiterlijk 30 april behaal ik een score van 24/30 of hoger op de schietladderoefening (6-10 meter met obstakels) in drie opeenvolgende trainingssessies, zoals gemeten in mijn trainingslogboek."

Belangrijkste conclusie

SMART-doelen zetten dromen om in plannen en plannen in resultaten.

Neem de tijd om je doelen goed te formuleren. Een duidelijk omschreven doel is al het halve werk.